Skip to main content

«Ik kan de match niet volgen – ik heb een Zoom-meeting», zucht de voetbalgekke Georges-Louis Bouchez (34). De MR-voorzitter is president van Francs Borains in de eerste amateurklasse, hij «heeft altijd wel gehouden van Anderlecht», en komt al eens over de vloer bij Sporting Charleroi. Of hij voor de gelegenheid niet een interview over voetbal wilde geven? «Avec grand plaisir. Wist u dat ik fan ben van Racing Genk?»

• STEPHAN KEYGNAERT •

 

Het hondje van Georges-Louis Bouchez – een dwergkeeshond – rent keffend over de vloer van het MR-hoofdkwartier aan de Gulden Vlies-laan, hartje Brussel. Het uitzicht is magnifiek. De ontvangst even ongedwongen en hartelijk.

Georges-Louis Bouchez en voetbal, hoe moet ik mij die relatie voorstellen? Is dat passie, is dat liefhebberij, een hobby?

Georges-Louis Bouchez: “Pure passie. Van kleinsaf aan. Ik heb gevoetbald tot mijn zestiende bij Bergen…”

U was ongetwijfeld een nummer 10?

“Wel, neen… Omdat ik als jongen vrij snel groeide, en omdat ik rap was, zetten de trainers mij centrale verdediger. Ik had een goed kopspel, en ik liet niet los, een beetje zoals vandaag in de politiek (lacht); je dois apprendre à laisser passer le ballon.”

Pakte u veel gele kaarten?

“Ik schopte niet, ik blesseerde niemand, maar als ik een beslissing van de ref niet correct vond, ging ik hem dat op, euh, nogal assertieve wijze duidelijk maken (lacht). Ik was verbaal heel sterk.”

En hingen er posters van clubs en/of van voetballers op uw kinderkamer?

(knikt) “Het klinkt heel bizar, maar ik was en ben nog steeds supporter van Racing Genk, al heb ik ook altijd wel van Anderlecht gehouden. Ik was dertien toen Genk in 1999 kampioen werd in eerste klasse. De outsider die ineens als eerste over de meet kwam; daar heb ik een zwak voor. Genk was bovendien te vergelijken met mijn geboortestreek Bergen: stad met een mijnenachtergrond, niet de mooiste, niet de rijkste…”

“En in het buitenland ben ik fan van Paris Saint-Germain.”

Ik begrijp uw keuze: niet de mooiste, niet de rijkste…

(grijnst) “Wacht, ik was al fan van PSG vóór de komst van de Qatari (huidige eigenaars van de club, red.) Toen PSG niet zoals Milan was, niet zoals Man United, niet zoals Madrid. Toen PSG nog in de schaduw leefde van Olympique Marseille.”

“Elk seizoen schreef ik een brief naar PSG om de poster te vragen van de nieuwe selectie. Die poster hing dan boven mijn bed. In 2012 was ik op de markt van Bergen verkiezingsfolders aan het uitdelen – ik kwam als lijsttrekker op tegen Di Rupo –, en ineens zie ik Eric Rabésandratana wandelen. Ook een verdediger geweest, bij PSG gespeeld, en zijn carrière afgesloten zowaar bij Mons. Ik ben als een zotte puber naar hem gelopen en heb hem gezegd, iets in de zin van: ‘U was een van mijn jeugdidolen, u hing boven mijn bed’ (lacht).”

U bent geboren in maart 1986, u heeft dus ‘het WK van Maradona’, Mexico ’86, niet beleefd. Deed de dood van Maradona u iets?

“Maradona! J’adore! Neen, ik heb hem niet zien spelen, maar u moet weten: mijn mama is Italiaanse. Dus… Maradona en Napoli: ik ben als kleine jongen die story gaan opzoeken, ik las veel over Maradona. Heeft u de film gezien? Geniaal! Ik had het er nog over met vrienden. Maradona is écht gebleven. Ik bedoel daarmee: Maradona heeft tijdens zijn hele carrière zijn jeugd meegenomen. Maradona is het soort persoonlijkheid die de controverse en het debat op gang brengt. Ik hou van zulke mensen, mensen die iets losmaken gewoon omwille van wie ze zijn. Allez, zijn handsdoelpunt tegen Engeland… Laat dat om het even welke andere voetballer zijn, en er wordt twee weken later al niet meer over gesproken. Maar omdat het Maradona is, lokt het doelpunt dertig jaar later nog altijd reacties uit. Sportfiguren die steeds weer vallen en weer opstaan, daar heb ik het voor. Weet je wie ik ook een boeiende figuur vind? Bernard Tapie. ‘Bewondering’ is een groot woord, maar doe mij maar mensen die niet te ‘proper’ willen zijn, die zijn zoals al de rest zou wíllen zijn maar het niet dúrft te zijn. Voor alle duidelijkheid: ik heb het hier niet over drugs nemen en dat soort zaken.”

U wil ook zo zijn, niet te ‘proper’?

“Ja. Als iedereen braaf zegt en doet wat hij hoort te zeggen en te doen, waar is dan de fun nog? Radja Nainggolan, bijvoorbeeld, was mijn favoriete Rode Duivel.”

“Voetballers horen een rolmodel te zijn. Maar is zoiets wel de verantwoordelijkheid van een voetballer? Zij vragen daar niet om. Dat is een druk die hun wordt opgelegd door de maatschappij.”

Deed u als kleine jongen mee aan de Duivels-gekte tijdens grote toernooien?

“Ik heb als puber met een dilemma geleefd. Aangezien mijn moeder Italiaanse is, en België tot voor enkele jaren nooit grote resultaten boekte… (verlegen) Ik had toch wel een speciale band met de Squadra. Ik was door het dolle heen toen Italië in 2006, ik was twintig, wereldkampioen werd.”

Meneer Bouchez, dat is alleen maar gebeurd omdat Materazzi de mama van Zidane een hoer noemde en Zizou zich revancheerde met een kopstoot. Ik had hetzelfde gedaan, u niet?

(denkt lang na) “Ik ben nooit fan geweest van Zidane. Misschien net omdat hij te proper was. Ik heb nu eenmaal dat syndroom: als iedereen het ene denkt, wil ik anders denken. Ik vind Barack Obama óók geweldig, maar toen iedereen in zwijm viel voor ‘Obama, Obama…’, had ik ineens minder interesse. Dus Zidane…. Ik heb het dan meer voor Neymar, bijvoorbeeld. Iedereen zegt ‘theaterspeler’, ‘aansteller’… Alors, moi j’adore Neymar.”

Dus als de hele wereld roept dat PSG in tijden van ‘financial fair play’ een schande is om 450 miljoen euro te besteden aan Neymar en Mbappé, dan zegt u…

“Klasse! Ik wil hier geen politiek oordeel vellen, en natuurlijk moet het geld overal en altijd zuiver zijn, maar ik enerveer mij in de hypocrisie. De Qatari zijn zogezegd een probleem bij PSG, maar toen Abramovitch Chelsea kocht en er ineens een wereldclub van maakte, mocht het wel – zo van: ‘Het is een Rus, dat kan er nog net mee door.’ Altijd maar dat politiek correct willen zijn (zucht)… Kom, Zlatan!”

Yes!

“Zlatan die in 2013 een hattrick kwam maken op Anderlecht en dan zijn armen spreidde naar de hoofdtribune, wát een figuur.”

Messi of Cristiano?

“Cristiano, natuurlijk. Weet je nog, de finale van het EK 2016? Hoe hij na zijn blessure hinkend langs de lijn zijn ploeg aanvuurde. Cristiano, Zlatan, Neymar: ze hebben allemaal iets gemeenschappelijk. De maatschappij ziet alleen maar hun geld, hun mooie vrouwen, hun auto’s en de feestjes. Maar een voor een zijn ze hyperserieus bezig met hun sport, ze werken kéihard – zeker Zlatan en Ronaldo –, en ik vraag me zelfs af of ze niet sympathieker zijn dan zij die zogezégd sympathiek zijn. Ik twijfel sterk of Messi aangenamer gezelschap is dan Cristiano. Trouwens, Messi is geniaal aan de bal, maar tu t’embêtes.”

Georges-Louis Bouchez, de José Mourinho van de Wetstraat.

“Ah! Mourinho! Ja, zet hem ook maar in het rijtje.”

‘Over vijf jaar wil ik met Francs Borains in het profvoetbal spelen’, sprak u bij uw aanstelling als voorzitter. Dat is snel.

“Om heel eerlijk te zijn: ik wil over vijf jaar zelfs in 1A spelen. Al de rest is economisch niet rendabel. In eerste nationale draait een goede ploeg met een budget van 800.000 euro à 1 miljoen. Terwijl wij 50.000 euro aan tv-rechten krijgen. Wij moeten de rest halen uit ticketing, catering – die er nu niet is in coronatijden – en sponsoring. Maar welke sponsor wil 100.000 euro geven zonder visibiliteit? Dus zeg ik: ‘Ik wil maximaal drie jaar in eerste nationale blijven’. Dan, 1B. Zelfde verhaal, toch? Tv-rechten die niet opwegen tegen het noodzakelijke budget. Ook daar moet je na twee jaar weg. Ik denk dat het mogelijk is. Op de as La Louvière-Mons is er momenteel geen voetbal. Het veld is een beetje van ons.”

Francs Borains is voor de lockdown uitgeschakeld in de Cup door Zelzate, uit een divisie lager. U heeft uw trainer Dante Brogno toch op het matje geroepen?

“In Zelzate regeert de PVDA mee, ook dat nog (lacht). In alle ernst, ik vond de uitschakeling niet prettig. In mijn hoofd had ik al gedroomd van een kwartfinale op Anderlecht. Maar ik ken mijn plaats. Ik weet van mezelf dat ik niet de grote expert ben. Dante is een super gast, een accident kan gebeuren.”

Bestaat de kans dat u op een dag de politiek verlaat en u zich helemaal in het voetbal stort?

“Hoe dan ook, ik verwacht niet oud te worden in de politiek. Ik ga nooit voor een zevende of achtste keer een parlementair mandaat vragen. En eerlijk gezegd, als je zó jong partijvoorzitter wordt, kun je al heel vroeg in je politieke carrière de dingen in beweging zetten… Mijn leven is vandaag de politiek. Een meeting van de MR heeft voorrang op een bestuursvergadering van Francs Borains. Maar als ik het gevoel krijg dat mijn werk in de politiek erop zit, en de omstandigheden maken dat een functie in het profvoetbal vrijkomt, dan zou me dat wel aanstaan.”

Is het juist dat het voetbal een bijzonder slecht imago heeft bij de politiek?

“Het is waar.”

En is dat niet kortzichtig? Weten uw collega’s die het voetbal willen kortwieken hoeveel gezinnen leven van de voetbalsector?

“Je moet mij niet overtuigen – tijdens de federale onderhandelingen –, toen het ging over het statuur van het voetbal, was ik de grootste verdediger van de clubs. Ik weet wat het betekent om een profclub failliet te zien gaan. Ik heb het gezien in Bergen. Mensen verliezen hun job, vrijwilligers en supporters verliezen hun passie, en jeugdspelers verliezen hun club.”

“Voetbal maakt de identiteit van een regio. Ik vraag mij af of Mehdi Bayat niet meer heeft gedaan ter promotie van de stad Charleroi dan Paul Magnette. Valt Charleroi meer op omwille van ‘Charleroi, ça bouge’ of omdat de voetbalclub play-off 1 speelt en als een van de weinige 1A-clubs een positieve boekhouding kan voorleggen? Ik ken het antwoord, hoor. Bergen haalde in 2015 met het voetbal meer bekendheid dan met de 70 miljoen euro die dat jaar is besteed aan ‘Bergen, culturele hoofdstad van Europa’. Zouden ze in het buitenland Anderlecht weten liggen zonder de voetbalclub? De politiek kan best hypocriet zijn als het op voetbal aankomt: de sector afschilderen als een wereld met vuil geld, makelaars, en overbetaalde spelers, maar dan wel als eerste op het vliegtuig stappen als de Rode Duivels op een groot toernooi spelen. Het voetbal moet absoluut zichzelf beter regulariseren, maar ik ben niet bang om te zeggen dat ik de economische en socio-culturele dynamiek van het voetbal erken en verdedig.”

Meneer Bouchez, hartelijk dank, ik laat u weer aan de politiek.

“U heeft mij niet gevraagd wie vrijdag wint: Charleroi of Anderlecht?”

Wie wint vrijdag – Charleroi of Anderlecht?

“Ik wil Mehdi niet voor het hoofd stoten. Hij zal nú al ambetant zijn door de foto… (lacht).”